Auteur: communicatie@tki-bouwentechniek.nl

Bouwstenen voor een schaalsprong

Dit is het laatste artikel uit een serie van drie, waarin we de voortgang van de missie Levensduurverlenging bespreken. In de eerdere artikelen hebben we de voortgang van de missie en drie belangrijke inzichten over systeembelemmeringen besproken. Maar hoe gaan we hiermee verder?

Op dit moment zien we vanuit TKI Bouw en Techniek zes belangrijke oplossingsrichtingen voor het maken van een schaalsprong in productiviteit en emissiereductie:

  • Artificiële intelligentie
  • Digital Twins
  • Voorspelbare bouwstromen
  • Innovaties in contracten
  • Industrialisatie en robotisering
  • Innovaties in bouwconcepten en materialen

Artificiële intelligentie (AI)

AI is misschien niet nieuw, maar door recente ontwikkelingen in generatieve AI is het nu veel toegankelijker voor een breder publiek. AI biedt enorme kansen voor de levensduurverlenging van gebouwen en infrastructuur, mits dit verantwoord wordt gebruikt. Bijvoorbeeld door op grote schaal de status van bestaande objecten te analyseren of door te ondersteunen in de prioritering van verduurzaming, versterking of verbetering binnen een portfolio.

Via TKI Bouw en Techniek hebben we over de rol van AI voor levensduurverlenging de afgelopen maanden verschillende papers  gepubliceerd en zijn we met de sector hierover in gesprek gegaan. Komende maanden werken we aan een programma om samen te werken aan de kansen, kennis en kader van AI voor levensduurverlenging.

Eén belangrijke randvoorwaarde voor AI (en tevens digital twins) is betrouwbare en veilige data. Het is daarom belangrijk dat we werken met open standaarden en data op een veilige manier kunnen delen. Dit wordt ondersteund door het Bestuursakkoord Digitalisering Gebouwde Omgeving , dat in oktober 2024 mede door TKI Bouw en Techniek is ondertekend. Deze afspraken zijn cruciaal voor de voortgang van de missie Levensduurverlenging.

Digital twins

Digital twins zijn digitale replica’s van fysieke situaties, die ons kunnen helpen bij het nemen van betere beslissingen over renovaties en ingrepen in bestaande gebouwen. De afgelopen jaren is de markt voor digital twins flink gegroeid. Het creëren van deze digitale kopieën gaat nu sneller, en ze worden steeds slimmer. Waar het eerst alleen ging om beschrijvingen en analyses, kunnen digital twins nu ook voorspellingen doen. Via programma’s als Toekomstbestendige Leefomgeving  en Dutch Metropolitan Innovations  wordt samengewerkt aan concrete oplossingen en de daarbij noodzakelijke voorwaarden. Ook samenwerkingsverbanden zoals Brains4Buildings en Fieldlab Camino  werken aan de ontwikkeling van digital twins voor gebouwen en infrastructuur. Nederland neemt hierin een leidende rol, wat ook is gebleken uit internationale bijeenkomsten.

Voorspelbare bouwstromen

Vanuit de sector wordt steeds vaker gevraagd om meer voorspelbare bouwstromen. Dit maakt het mogelijk om bestaande productiecapaciteit beter te plannen en maken investeringen in schaalbare innovaties en productiemiddelen rendabel. Dit resulteert in lagere kosten, hogere snelheid en bevordert de groei van zowel kapitaal- als arbeidsproductiviteit. Programma’s zoals Verbouwstromen en Samenwerking beheerorganisaties Noord-Hollandse bruggen en viaducten (SSRV)  werken hiervoor aan het slim clusteren van vraag en het ontwikkelen van de daarvoor benodigde sociale innovaties.

Innovaties in contracten

In het verlengde van voorspelbare bouwstromen zijn ook innovaties in contractvormen nodig. Aangezien een groot deel van de opgave publieke bouwwerken betreft, speelt de manier waarop we omgaan met aanbestedingen een belangrijke rol in het verhogen van de productiviteit. Bij veel versnippering en diversiteit kan dit echter ook vertraging veroorzaken.  Daarvoor is het nodig om meer in te zetten op relatief onbekende contractvormen zoals innovatie partnerschappen of het benutten van ruimte in de regelgeving om met meerdere beheerders samen aan te besteden. De aangekondigde herziening  van de Europese aanbestedingsregels  biedt kansen om deze werkwijzen beter af te stemmen op de praktijk.

Industrialisatie en robotisering

Voor een echte schaalsprong zijn industrialisatie en robotisering onmisbaar. In combinatie met digitalisering en voorspelbare bouwstromen kunnen innovaties in productieprocessen de versnelling bevorderen en zorgen voor een efficiënter gebruik van de schaarse arbeidscapaciteit. Het programma ‘Innovatie en opschaling woningbouw’ en het innovatieprogramma onderwijshuisvesting (IPOHV)   zetten hier sterk op in. Daarnaast is industrialisatie een van de doorsnijdende thema’s binnen het Nationaal Groeifonds programma Toekomstbestendig Leefomgeving . Deze processen leiden niet alleen tot efficiëntere productie, maar ook tot nieuwe businessmodellen en innovatieve samenwerkingsvormen in de keten.

Innovaties in bouwconcepten en materialen

Tot slot zijn er naast digitale, sociale en proces innovaties ook technische innovaties nodig in bouwconcepten en materialen. Dit varieert van versterkingstechnieken voor bruggen en verjongingscrème voor asfalt om de levensduur te verlengen, tot innovatieve gevelconcepten voor renovatie die een balans bieden tussen gezondheid, comfort en emissies.

Binnen het werkpakket levensduurverlenging van het infraconsortium van Toekomstbestendige leefomgeving worden bijvoorbeeld nieuwe ontwerpen en werkwijzen ontwikkeld en getest die het mogelijk maken om infrastructuur langer operationeel te houden.

Naast de behoefte aan nieuwe oplossingen die emissies verminderen, klimaatadaptief en circulair zijn, ligt er ook een grote uitdaging in het bieden van voldoende experimenteerruimte en het zorgen dat innovatieve oplossingen op grote schaal worden uitgerold en toegepast. In de programma’s die voortkomen uit de missie Levensduurverlenging is dit altijd een belangrijk aandachtspunt, om te voorkomen dat we na de eerste pilot stilvallen.

Samen aan de slag!

In de innovatieprogramma’s die voortkomen uit deze missie werken we aan de bovenstaande zes oplossingsrichtingen. We krijgen steeds beter inzicht in hoe we de benodigde schaalsprong kunnen maken. Heb jij ideeën of wil je bijdragen aan een van deze richtingen? Of mis je wellicht een belangrijke oplossingsrichting? Neem dan contact op met Anouk (anouk@tkibt.nl) of Bart (bart@tkibt.nl).

Belemmeringen voor levensduurverlenging

Dit is het tweede artikel uit een serie van drie, waarin we de belangrijkste lessen en vooruitgangen delen van de missie Levensduurverlenging. In dit deel duiken we dieper in drie belangrijke belemmeringen: huidige werkwijze in de sector, het ontbreken van een passende sectorinrichting voor levensduurverlenging en het feit dat missiegedreven innoveren nog relatief nieuw is. 

Het eerste artikel in deze drieluik nog niet gelezen? Lees deze hier!

Huidige werkwijze leidt tot onvoldoende schaalbare innovaties

In ons vorige artikel benadrukten we de urgentie van de opgave en de noodzaak om te versnellen. We moeten een schaalsprong maken van factor drie om de ambitieuze doelen voor een toegankelijke, gezonde en duurzame gebouwde omgeving in 2030 en 2050 te behalen. Maar de productiviteit blijft achter en het uitstromen van ervaren medewerkers vertraagt ons proces. Dit is niet alleen een uitdaging, maar ook een kans om het anders aan te pakken. 

De bouwsector werkt traditioneel projectmatig, wat betekent dat innovaties vaak lokaal blijven en geen brede impact hebben. Dit zorgt ervoor dat we geen schaalvoordelen behalen en niet de levensduurverlenging realiseren die we zo hard nodig hebben. Als we niet versnellen, dreigen we vast te lopen! We moeten nu actie ondernemen: bruggen kunnen onbruikbaar worden, woningen onveilig door funderingsschade, en we zullen niet bijdragen aan de benodigde emissiereducties om klimaatverandering tegen te gaan. 

Daarom moeten we samen de handen ineenslaan: overheid, markt, kennisinstellingen en de hele sector. Laten we inzetten op schaalbare digitale technologieën zoals digital twins en artificiële intelligentie. Laten we werken aan meer uniforme en voorspelbare bouwstromen. Dit maakt namelijk investeringen in en toepassen van industriële werkwijzen en oplossingen op grotere schaal mogelijk. 

 

Levensduurverlenging: een nieuwe benadering  

Levensduurverlenging is een relatief nieuwe benadering, maar noodzakelijk om de schaarste aan grondstoffen, emissiereductie en het aflopen van de technische levensduur van veel gebouwen en infrastructuur aan te pakken. De sector is traditioneel gericht op nieuwbouw en onderhoud, wat zichtbaar is in de expertise van de professionals en de manier waarop organisaties zijn ingericht. Echter, voor levensduurverlenging zijn andere kennis, kunde, systemen en processen nodig.  

Het ingrijpen in bestaande gebouwen en infrastructuur is daarbij ook nog eens context specifiek, omdat de historie van elk object invloed heeft op de aanpak en oplossingen. Bovendien moeten gebouwen tijdens renovaties zo goed mogelijk beschikbaar blijven voor bewoners en gebruikers. 

Levensduurverlenging als nieuwe benadering vraagt dan ook om diverse technische, proces en sociale innovaties. Deze innovaties dienen belemmeringen voor levensduurverlenging weg te nemen. In onze missie hebben we deze ingedeeld in vier innovatie lenzen: (1) Inzicht en vooruitzicht, (2) Maatregelen en technieken, (3) Programmatische aanpak, (4) Kennis ontsluiten en opschalen.

Missiegedreven innoveren moeten we nog leren

Binnen de bestaande bouw komen verschillende vraagstukken samen, zoals verduurzaming, klimaatverandering, funderingsschade en veranderende eisen van gebruikers. De gebouwde omgeving is bovendien een systeem dat andere sectoren, zoals zorg, industrie en logistiek, mogelijk maakt.

Toch blijft het onduidelijk wat er precies nodig is om deze uitdagingen aan te pakken en hoe dat het beste kan worden gerealiseerd. Alleen door te experimenteren en te leren van praktijkervaringen kunnen we ontdekken welke interventies echt impact maken.

Levensduurverlenging is een complexe maatschappelijke en economische uitdaging die naadloos aansluit bij de missiegedreven innovatiemethodiek. Deze aanpak plaatst een complexe maatschappelijke opgave centraal en stimuleert overheden, marktpartijen, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties om intensief samen te werken, continu te leren en zich aan te passen.

Binnen de missie levensduurverlenging fungeert TKI Bouw en Techniek als een neutraal platform dat deze innovatieaanpak faciliteert en helpt om belemmeringen te doorbreken.

Missiegedreven innoveren is nog relatief nieuw voor de ontwerp-, bouw- en technieksector. We zijn gewend te innoveren binnen het kader van specifieke projecten en opdrachtgevers. Missiegedreven innoveren werkt echter met andere spelregels, gericht op gelijkwaardigheid en samenwerking voor een gemeenschappelijk doel.

Deze werkwijze is ook nieuw voor veel betrokkenen, zoals ministeries, beheerders en marktpartijen. Het vraagt tijd en energie om van een missie naar concrete programma’s te komen waarin consortia samenwerken aan specifieke deelopgaven. Het ontwikkelen van financieringsinstrumenten zoals passende subsidies en het werken in consortia vraagt om flexibele spelregels die enerzijds passen bij de werkwijze van missiegedreven innoveren, anderzijds aansluiten bij de werkwijze in de sector.

Toch, door volharding en samenwerking met belangrijke partners binnen en buiten de sector, maken we stappen vooruit. Het vertrouwen in de missiegedreven aanpak groeit, en daarmee komen we dichter bij het realiseren van de innovaties die nodig zijn voor de levensduurverlenging van de gebouwde omgeving. Ook krijgen we steeds meer zicht op potentiële oplossingsrichtingen voor de opgave, dit bespreken we in het laatste artikel van deze reeks.

Wil je meer weten over de missie of de programma’s, neem dan contact op met Bart Brink (bart@tkibt.nl) en/of Anouk Bolsenbroek (anouk@tkibt.nl).

Levensduurverlenging van de gebouwde omgeving: grote stappen in 2024, groeiende impact in 2025

De missie Levensduurverlenging gebouwde omgeving gaat over een maatschappelijke opgave die ons allemaal raakt. Het doel? Het versterken, verduurzamen en verbeteren van bestaande woningen, utiliteitsgebouwen en civiele infrastructuur. Zo zorgen we ervoor dat deze gebouwde objecten niet alleen hun technische levensduur overstijgen, maar ook toekomstbestendig en optimaal inzetbaar blijven. En dit is geen kleine opgave: we hebben het over 8 miljoen woningen, 1 miljoen gebouwen, 87.000 kunstwerken en ongeveer 500.000 vierkante kilometer aan wegverhardingen die we moeten aanpakken.

Dit vraagt niet alleen om een enorme inzet van onze sector, maar ook om een schaalsprong in onze manier van werken – onze productiviteit moet verdrievoudigen. Want de arbeidsproductiviteit stijgt op dit moment maar langzaam, de uitstroom van kennis en ervaring neemt toe en tegelijkertijd blijft de adoptie van digitale technologie achter bij andere sectoren. Dit terwijl digitalisering juist enorme kansen biedt om de productiviteit aanzienlijk te verhogen.  Dit zijn grote maatschappelijke en sectorale vraagstukken die we samen moeten oplossen. Als katalysator voor schaalbare innovaties initieert en begeleidt het missieteam van TKI Bouw en Techniek programma’s waarin markt, kennis en overheid samenwerken. Zo versnellen we innovaties die nodig zijn om deze uitdaging aan te pakken.

In dit artikel, het eerste in een reeks van drie, blikken we terug op de belangrijke stappen die we hiervoor in 2024 hebben gezet en delen we onze doelen voor 2025.

2024: De eerste grote stappen

In 2024 hebben we als sector goede vooruitgang geboekt. We hebben met verschillende partners gewerkt aan concrete oplossingen die de gebouwde omgeving sterker, duurzamer en toekomstbestendiger maken.

Woningbouw:

  • Versterken: We hebben de funderingsproblematiek onder de loep genomen. De conclusie was helder: de sector heeft onvoldoende capaciteit om de huidige funderingsuitdagingen op te lossen. Dit is voor ons de basis om de samenwerking tussen de bouwsector, gebouweigenaren en kennisinstellingen te versterken in het zoeken naar innovatieve en schaalbare oplossingen.
  • Verduurzamen: In het programma Verbouwstromen hebben we samengewerkt aan het versnellen van de verduurzaming van de woningbouw. Door de vraag beter te clusteren, kunnen we bouwstromen voorspelbaarder maken. Dit helpt ons om de verduurzamingsprojecten sneller en efficiënter uit te voeren, wat weer bijdraagt aan de vermindering van de CO2-uitstoot.
  • Verbeteren: Tijdens de Woontop is het nieuwe innovatie- en opschalingsprogramma voor woningbouw gepresenteerd. Dit programma kijkt ook naar schaalbare innovaties die bestaande woningen beter benutten en hun levensduur verlengen – precies waar onze missie om draait.

Utiliteitsbouw:

  • Verduurzaming: Samen met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Invest-NL hebben we gewerkt aan het versnellen van de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed . We organiseerden een sessie waarin we de belemmeringen voor opschaling in beeld brachten. Daarnaast zijn concrete innovaties ontwikkeld in programma’s als Brains4Buildings, dat helpt om data uit gebouwen beter te benutten voor een duurzamer en comfortabeler gebruik.
  • Verbeteren: We zijn actief betrokken geraakt bij het innovatieprogramma voor onderwijshuisvesting. We zorgen voor het inbrengen van innovaties uit de bredere sector. Belangrijke thema’s in dit programma zijn onder andere de inzet van parametrisch werken en industrialisatie.

Civiele infrastructuur: 

  • Versterken: We hebben de eerste stappen gezet richting een programma voor de versterking van bruggen en viaducten. Ook het Nationaal Groeifonds-programma Toekomstbestendig Leefomgeving heeft belangrijke vooruitgangen geboekt, zoals bij de levensduurverlenging van kademuren.
  • Verduurzamen: Binnen het verduurzamen van wegverhardingen hebben we eerste stappen gezet richting een programma om beter inzicht in de staat van bestaande wegverhardingen te verkrijgen. Dit biedt de basis voor slimmer onderhoud en verlenging van de levensduur van onze infrastructuur.

Digitalisering:

Digitalisering speelt een sleutelrol in deze missie. We hebben de rol van artificiële intelligentie en digital twins verder verkend en gepromoot. Een van de resultaten was de publicatie van de Position Paper AI en Levensduurverlenging. Hieruit bleek een grote behoefte aan meer samenwerking en kennisdeling om artificiële intelligentie succesvol toe te passen en de gebouwde omgeving te verduurzamen en te versterken.

De “twin transitie”: de overgang naar een duurzame economie gaat samen met de overgang naar een digitale economie.

 Wat hebben we geleerd?

2024 was een jaar van waardevolle leerervaringen. De geboekte vooruitgang is bemoedigd, maar toch blijven er uitdagingen: de adoptie van digitale technologie blijft achter, en er is meer samenwerking nodig binnen de keten om schaalbare innovaties te realiseren.

In het tweede deel van deze reeks zullen we dieper ingaan op de belemmeringen die we zijn tegengekomen, en in deel drie bespreken we de oplossingsrichtingen die we hiervoor hebben geïdentificeerd.

Wat staat er te wachten in 2025?

In 2025 bouwen we verder op de successen van 2024. Waar in 2024 we ons vooral gericht hebben op het initiëren van nieuwe programma’s, willen we in 2025 ons vooral richten op de uitvoering van programma’s. Dit om te komen tot concrete, schaalbare innovaties die bijdragen aan de opgaven waar we voor staan. De programma’s Verbouwstromen en Toekomstbestendige Leefomgeving zullen in 2025 diverse innovaties opleveren die de verduurzaming van de gebouwde omgeving versnellen.

Daarnaast zullen de publiek-private samenwerkingen (PPS) middelen via TKI Bouw en Techniek een nog grotere rol gaan spelen. We verwachten dat begin 2025 een aantal consortia gaan starten en publiceren binnenkort de 2025 regeling waar nieuwe voorstellen voor de PPS-middelen kunnen worden ingediend.

Dit artikel is de eerste stap in een reeks die we begin 2025 delen om jou, als professional in de sector, bij de missie te betrekken. Samen kunnen we deze uitdaging aan en werken aan een duurzamer, sterker Nederland. We kijken ernaar uit om in 2025 met jou samen te werken aan een toekomstbestendige gebouwde omgeving. Wil je meer weten over de missie of de programma’s, neem dan contact op met Bart Brink (bart@tkibt.nl) en/of Anouk Bolsenbroek (anouk@tkibt.nl).

Van nieuwe woningtypen tot standaardisering in de hele keten

Voor 2030 zijn meer dan een miljoen nieuwe woningen nodig. VolkerWessels wil in 2030 emissievrij woningen industrieel bouwen door te werken vanuit bouwhubs, emissieloze bouwplaatsen, kiezen voor duurzame materialen en het toepassen van materialenpaspoorten in projecten. We bouwen nu 220 woningen industrieel en willen opschalen naar 2.000 appartementen en woningen.  

Doel van het innovatieproject

  1. Het ontwikkelen van 13 nieuwe typen (kleine) appartementen en woningen die industrieel geproduceerd kunnen worden (die nu traditioneel worden gebouwd) en die volledig bestaan uit prefab elementen die in één dag en met enkel droge verbinden in een hijsbeweging plug-and-play worden gemonteerd. 
  2. Het vergroten van de productiecapaciteit middels het automatiseren en robotiseren van de benodigde productielijnen om 2.000 eenheden per jaar te produceren. 
  3. Bouwlogistiek verder verbeteren.
  4. Kennisontwikkeling en –deling (intern en rest van bouwend Nederland) over opschalen van de industriële productie, bouwlogistiek, emissieloze hub en bouwplaats inclusief de coördinatie door de hele keten.  

Korte omschrijving van de activiteiten

Activiteiten in het kort: projectmanagement (inclusief interne en externe disseminatie), engineering wooneenheden, industrialiseren productieprocessen en realiseren (industrieel prefab bouwen, logistiek, hub, bouwplaats).  

Penvoerder is VolkerWessels Industriële Bouw & Bouwtoelevering B.V.: de groep van bedrijven binnen VolkerWessels die industriële woningen ontwerpt, produceert en bouwt (zowel in beton als in hout). Samen beheren de bedrijven binnen IBBT de hele keten, van projectontwikkeling tot realisatie: MorgenWonen (conceptbeheerder, ontwikkelaar en aannemer), Westo Prefab Betonsystemen (producent kant en klaar prefab betonelementen incl. kozijnen, kabels, leidingen, etc. die droog gemonteerd kunnen worden), VolkerWessels Materieel & Logistiek (logistieke ketenregisseur inclusief emissieloze bouwhub en bouwplaats), Homij Duurzame Energie Concepten (producent prefab installatiekasten (warmtepomp, WTW, etc.) die in één hijsbeweging geplaatst kunnen worden), De Mors/myCuby (producent prefab sanitaire ruimtes die in één hijsbeweging geplaatst kunnen worden)). Daarnaast is De Groot Vroomshoop, Reinaerdt Deuren en Aveco de Bondt betrokken. De grootschalige samenwerking tussen deze grote partijen moet opschaling realiseerbaar maken.  

Resultaat

Een aantal resultaten worden gerealiseerd tijdens dit project: 13 nieuwe types (kleine) industriële woningen: 8 appartementen en 5 grondgebonden. Industriële productielijnen om 2.000 eenheden per jaar te kunnen produceren. Centrale database waarin data wordt uitgewisseld in de hele keten. Emissieloze: logistiek, bouwhub en bouwplaats. Gedeelde kennis (intern en extern) over opschalen industriële productie en benodigde ketencoördinatie. 

Partners

IBBT
MorgenWonen
Westo
VWML
Homij DEC
De Mors  

Geoptimaliseerd en biobased renoveren, transformeren en optoppen

Knaapen en Elk® zijn in principe concurrenten die vaak ook nog voor dezelfde opdrachtgevers werken. Beide partijen zijn zich echter bewust van de grootte en urgentie van de renovatieopgave voor de onderhoudssector. Knaapen en Elk® zijn daarom van mening dat zij zich samen in moeten spannen om het innovatie ecosysteem van onderhouds- en renovatiepartijen te versterken door kennis gezamenlijk te ontwikkelen en te delen, om zodoende de transitie naar duurzame, bestaande gebouwen en wijken efficiënt en betaalbaar te maken. De sleutel voor deze opgave, is het toepassen van biobased geprefabriceerde concepten voor renovatie, transformatie en optoppen. 

Doel van het innovatieproject

Renovatie, transformatie en optoppen is niet nieuw op zich. De innovatie zit hem in het volledig biobased samenstellingen en optimaliseren van geprefabriceerde renovatie-, transformatie- en optop-oplossingen. Door onderzoek naar materiaal- en prefab innovaties willen Knaapen en Elk® de emissie reducerende oplossing breed in de markt geaccepteerd krijgen. 

Binnen dit innovatieproject zitten twee projecten waarvoor biobased geprefabriceerde concepten uitgewerkt en daadwerkelijk toegepast gaan worden. Door het elektrificeren van transport en on-site assemblage, het eventueel werken met een bouwhub en het ontwerp van een emissiearme bouwplaats. 

Binnen het consortium wordt gewerkt in een vorm waar het belangrijk is om ook over elkaars schouder mee te kijken, kennis te delen en mee te denken (collegiale toetst). Door samen te werken, kunnen grotere stappen gezet worden. 

Korte omschrijving van de activiteiten

1. Biobased materialen: 

  • Overzicht van toepasbare en opschaalbare biobased materialen; 
  • Duidelijkheid over de milieu-impact ten opzichte van traditionele materialen; 
  • Consequenties van het toepassen van biobased materialen. 

2. Concepten voor renovatie, transformatie en optoppen: 

  • Ontwikkelen van biobased concepten voor renovatie, transformatie en optoppen; 
  • Concepten toepassen binnen de twee projecten. 

3. Transport en logistiek: 

  • Emissiereductie tijdens transport, gebruik van een bouwhub en on-site assemblage. 

4. Conceptenbibliotheek: 

  • Inzicht in de nodige aanpassingen van huidige bouwknopen en bouwdetails om biobased/prefab te kunnen renoveren, transformeren en optoppen; 
  • Inzicht creëren in technieken en materialen met lage milieu impact. 

5. Impact assessment; CO2 footprint en Nox-uitstoot: 

  • Inzicht krijgen in CO2 footprint van renovatie-, transformatie en/of optopconcepten en NOxuitstoot in realisatiefase, losmaakbaarheid en circulariteit.  

6. Kennis delen: 

  • Webinars, actieve projectbezoeken en workshops. 

7. Projectmanagement: 

  • Kwartaal en eindrapportages. 

Resultaat

Innovatieve biobased concepten toepasbaar binnen renovatie, transformatie en optoppen. De ontwikkelende concepten worden binnen dit innovatieproject toegepast binnen de twee projecten: 

  1. Het voormalige verzorgingstehuis waar de algemene ruimten worden getransformeerd naar 3 woningen (‘inbuiken’) en 1 woning op een bestaand deel van het verzorgingstehuis geplaatst wordt (‘optoppen’).
  2. 66 portiekwoningen worden getransformeerd naar galerijflats, garages worden getransformeerd naar studio’s. Door middel van optoppen en inschuiven worden hier 41 extra appartementen gerealiseerd. 

Tijdens de realisatie van de twee projecten worden transportbewegingen van en naar de bouwplaats en werkzaamheden op de emissiearme bouwplaats gemonitord voor het bepalen van de NOx-uitstoot 

Partners

Knaapen Renovatie en Onderhoud BV 

Elk Groep BV 

TNO 

Natuurlijke inblaasisolatie via lokale waardeketen

De aanleiding van dit project betreft de dringende behoefte aan duurzamere bouw- en isolatiematerialenvoor renovatie en prefab toepassing t.b.v. emissiereductie en de potentie van vezelhennep als CO2-negatief materiaal dat kan dienen als inblaasisolatie om de industriële toepassing van vezelhennep te stimuleren. 

Doel van het innovatieproject

Toepassingen van vezelhennep om waardeketen uit te breiden met een nieuwe schaalbare productlijn: inblaasisolatie voor prefab bouw en renovatie toepassingen. Gebruik van vezelhennep als inblaasisolatie stelt prefab bouwers in staat duurzamer, efficiënter en sneller te bouwen door raditionele isolatiematerialen te vervangen en aantal handelingen in de fabriek te verminderen. Ook voor enovatie van woningen heeft dit dezelfde voordelen. Het leidt tot efficiëntieverbeteringen, draagt bij aan emissiereductie en versnelt de transitie naar biobased materialen. Daarnaast biedt het project economische en ecologische voordelen voor de agrarische sector en zorgt voor CO2-vastlegging tijdens de hennepteelt, die vervolgens permanent in de woningen wordt vastgelegd.  

Korte omschrijving van de activiteiten

Friese agrariërs worden ingeschakeld voor vezelhennepteelt en krijgen ondersteuning (expertise en middelen) om zowel opbrengst als kwaliteit te optimaliseren. De geoogste vezelhennep wordt vervolgens verwerkt in onze faciliteiten in Friesland, waar het materiaal wordt voorbereid voor gebruik als inblaasisolatie. Dit proces omvat onderzoek naar de beste verwerkingsmethoden en de optimale maatvoering van de vezels. In samenwerking met (technische) partners ontwikkelen en testen we prototypes van inblaasisolatie, zodat deze voldoen aan bouwstandaarden en productie-efficiëntie wordt bevorderd. Parallel aan de ontwikkelingsfase wordt het product onderworpen aan strenge certificeringsprocessen om te voldoen aan nationale bouweisen en opgenomen te worden in de nationale milieudatabase, wat zorgt voor veilig en effectief gebruik in bouwprojecten. Daarnaast ontwikkelen we efficiënte transport- en opslagoplossingen voor de inblaasisolatie om een kosteneffectieve en duurzame logistieke keten te waarborgen. Bij Hekstra integreren we de nieuwe inblaasisolatie in hun renovatie- en prefab productielijnen, wat snelheid, efficiëntie en emissie in het bouwproces verbetert.  

Resultaat

Een korte lokale waardeketen met hierin een gevalideerd, gecertificeerd vezelhennep inblaasisolatie product, direct toepasbaar in renovatie-en prefab bouwprocessen. Dit biedt een schaalbare oplossing met potentieel voor nationale en internationale toepassing en de mogelijkheid grote emissiereductie op de bouwplaats te bewerkstelligen.  

Partners

GreenInclusive
H en M houtbewerkingsmachines
Hekstra dakdekkers
NHL Stenden
Heijmans (optioneel)

Emissieloos bouwen heel gewoon maken

De substitutie van traditionele bouwmaterialen en bouwmethodes met hoge emissies door houten modules (of-site & emissieloos) vindt nog niet grootschalig plaats. De veronderstelde barrières om de overstap naar emissieloos bouwen niet te maken, zijn: 

Emissieloos en modulair bouwen… 

  • is niet te integreren in de traditionele waardeketen; 
  • is te duur; 
  • is risicovoller dan traditioneel bouwen; 
  • geeft een lager wooncomfort. 

Doel van het innovatieproject

Finch Buildings faciliteert opdrachtgevers, architecten en aannemers om de overstap te maken van traditioneel bouwen (on-site, gepaard met hoge emissies) naar emissieloos bouwen (of-site & modulair). In de Programmalijn Prefab wordt praktijkonderzoek gedaan op product- en procesniveau om de barrières te beslechten en de grootschalige overstap naar emissieloos bouwen te stimuleren. 

Korte omschrijving van de activiteiten

Dit project richt zich daarom op het reduceren van emissies door prefabricage en op het verhogen van de marktpotentie van onze oplossing met als doel impact te maken door het opschalen van onze oplossingen. 

Voor het onderzoek op productniveau worden twee modules geproduceren waarmee allerlei innovaties ontwikkeld en getest worden en daarmee barrières verwijderd om de overstap te maken naar emissieloos bouwen. Voor het onderzoek op procesniveau benutten we project Pasteurstraat in Haarlem (https://www.elanwonen.nl/projecten/project-pasteur). Het is de case-study tijdens de looptijd van deze programmalijn. 

Resultaat

Bovenstaande aanpak moet erin resulteren dat meer dan 60% van het bouwvolume offsite kan worden geproduceerd en daarmee de bouwtijd ten opzichte van traditionele bouw wordt verkort. Dit resulteert in een forse reductie van het aantal transportbewegingen en daarmee een navenante reductie van de emissie. 

Partners

Finch Buildings
Maat Feeling Home
TNO
Elan Wonen
HBB

Het beste van twee werelden voor industriële stapelbouw

Acht emissie-verlagende innovaties van de afzonderlijke deelnemers worden geïntegreerd en geoptimaliseerd in een totaalconcept voor stapelbouw dat project specifiek geoptimaliseerd kan worden. 

Prefab stapelbouw met 2D-elementen reduceert bouwplaats-emissies door snelle montage en materiaal-efficiëntie3. Obstakels voor opschaling zijn: 

  1. Eisen die op gespannen voet staan zoals kosten, veiligheid, geluidsisolatie én emissiereductie;
  2. Het ontbreken van ‘bedrijfsoverstijgende’ oplossingen voor veilige en geluidsdichte montage van verschillende materialen;
  3. De onzekerheden van materiaalgedrag resulterend in zwaarder-gedimensioneerde elementen.  

Doel van het innovatieproject

We combineren het beste van 2 werelden voor industriële stapelbouw: licht en duurzaam met biobased elementen én geluidsdicht en (brand)veilig met (holle) beton-elementen. Dit met minstens 50% emissiereductie in bouwfase ten opzichte van 2016-’18 en potentie voor opschaling tot >1000 woningen in 2027. Dit doen we door een nieuwe ontwerp-aanpak voor geoptimaliseerde combinatie van 2D-elementen uit verschillende materialen, sturend op integrale en projectgebonden afweging van bouw-emissies, betaalbaarheid, veiligheid, (geluids)comfort én duurzaamheid over de gehele levenscyclus. Ook vinden we oplossingen voor snelle, geluidsdichte en veilige montage van elementen uit verschillende materialen tot een licht gebouw met minder fundering. Tot slot zorgen we voor verbeterde (kennis van) materiaaleigenschappen voor materiaal-efficiënt ontwerp.  

Korte omschrijving van de activiteiten

Het project omvat zes werkpakketten. Hieronder een beschrijving van wat deze pakketten inhouden: 

  1. Ontwikkelen nieuwe ontwerpmethodiek voor gelijktijdige optimalisatie van materialen, elementen en verbindingen, en integrale afweging van criteria als bouwplaatsemissies, betaalbaarheid, veiligheid, akoestiek en duurzaamheid; 
  2. Ontwikkelen van veilige, geluidsdichte en (re)monteerbare verbindingen tussen 2D prefab elementen uit verschillende materiaalsoorten, zonder aanstorten van (beton)mortel; 
  3. Doorontwikkelen lichter-gewicht betonnen elementen: materiaalbesparende holle achthoekige funderingspalen en holle kanaalplaatvloeren voor minder emissies door optimalisatie vorm en beton met verschillende CO2 arme bindmiddelen ;
  4. Doorontwikkelen biobased elementen voor gewichts- en emissiereductie gebruikmakend van materiaalkennis van stro, hout en integratie van installaties – Treetek (CLT vloeren en woningscheidende wanden), van Herpen (gevel-elementen met stro), Faay (biobased binnenwanden incl installaties);
  5. Opschaling: mock-ups (Treetek, alle partners) voor monitoring (TNO) en in tweede fase geplande uitbreiding met pilot-projecten voor verdere monitoring en optimalisatie;
  6. Projectcoördinatie; 

Resultaat

Projectresultaat is een 2D stapelbouw-concept met geoptimaliseerde biobased en betonnen prefab elementen, geïntegreerde installaties en geluidsdichte verbindingen. Er is geen ter plaatse gestort beton nodig. Dit is gevalideerd in mock-ups en daarna breed inzetbaar door bijhorende nieuwe ontwerpmethodiek voor betaalbaarheid, geluidsdichtheid en veiligheid aan maximale emissiereductie, minstens 50% t.o.v. 2016. 

Partners

BTE
Faay
Heidelberg materials
Van Herpen
TNO
Treetek
VBI 

Double top level

Het woningtekort in Nederland is ongekend hoog. Door de beperkte ruimte voor het bouwen van woningen is binnenstedelijke verdichting essentieel. Uit onderzoek van Stec groep blijkt dat er met het optoppen van de bestaande woningvoorraad tot 2030 een potentie van circa 100.000 nieuwe woningen aangeboord wordt.  

Doel van het innovatieproject  

In dit innovatieproject wordt een houten, biobased optop-woningconcept ontwikkeld en prototypes gefabriceerd, waarna dit concept op grote schaal toegepast kan worden in de Nederlandse markt. Daarbij wordt onderzoek gedaan naar de toepassing van biobased materialen (zowel voor isolatie, plaat en luchtdichtingstoepassingen), emissieloze bouwplaats en emisieloos transport. Doel is om te komen tot een emissiereductie van meer dan 70% ten opzichte van traditioneel.  

Korte omschrijving van de activiteiten

In dit project wordt: 

  1. Een toepassingsanalyse voor optoppingen gedaan;
  2. Een optop-woningconcept ontwikkeld; 
  3. Een tweetal (2-laags) optopping prototypen gefabriceerd; 
  4. De toepassing van biobased materialen voor isolatie, beplating en luchtdichting onderzocht; 
  5. Een emissieloze binnenstedelijke bouwplaats ontwikkeld; 
  6. Emissieloos en efficiënt speciaal transport voor prefab modules en bouwmaterialen onderzocht. 

Resultaat

In dit project wordt een modulair en industrieel geproduceerde woonoplossing ontwikkeld voor het optoppen binnen de gebouwde omgeving. Deze woonoplossing wordt gerealiseerd met een primair houten constructie, en met toepassing van verschillende biobased materialen. Deze toepassing wordt verder onderzocht. Daarnaast is in binnenstedelijke bouwplannen emissieloos (speciaal) transport van prefab modules en bouwmaterialen, en een emissieloze bouwplaatsinrichting (incl. materieel) van belang. De projectpartners brengen allen een essentieel deel van de benodigde kennis en expertise mee, en hebben bewezen een innovatieve en vooroplopende rol te hebben binnen hun vakgebied in de bouwketen.  

Partners

Emergo
KlokGroep
TNO
Pultrum Rijssen 

Prefab biobased binnenwand cassette

Het gebruik van traditionele materialen voor wanden in woningen en utiliteitsbouw, zoals metal stud en gipsplaten met steenwol, resulteert in hoge uitstoot en zwaar transport. Ons consortium biedt biobased, lichte prefab elementen die snel te installeren zijn in zowel nieuwe als bestaande gebouwen. 

Doel van het innovatieproject

Het innovatieproject heeft als doel een biobased prefab cassette voor binnenwanden op te schalen. De cassette is voorzien van isolatie en behoeft vrijwel geen afwerking op locatie. Het gebruiksklare element is eenvoudig te plaatsen, licht, snel en gezond. Door biobased materialen te gebruiken in plaats van CO2-intensieve materialen, bieden we een emissiearme bouwoplossing. De prefab cassettes verminderen transportbewegingen en afwerking, waardoor sneller gebouwd kan worden. 

Het element is geschikt voor grote (woning)bouwprojecten en richt zich tevens op een nieuwe markt die nu nog niet wordt bediend: een kant-en-klaar prefab element voor de groothandel. Daarmee wordt biobased prefab bouwen breder toegankelijk en de adoptie versneld. Dit leidt tot significante stikstof, fijnstof en CO2-reductie. 

Korte omschrijving van de activiteiten

Het project omvat acht werkpakketten. Hieronder een beschrijving van wat deze pakketten inhouden: 

  1. Doorontwikkelen van een bestaand ontwerp voor het wandelement op basis van reeds uitgevoerde analyses, technische tests en een pilot voor de gemeente Amsterdam.
  2. Met de expertise van TNO worden de huidige assemblageprocessen geanalyseerd en geoptimaliseerd.  
  3. Emissiereductie, emissies worden tijdens het project gemonitord, berekend met de emissie-tool en gereduceerd.  
  4. Concrete plaatsing van elementen voor evaluatie, met nadruk op efficiëntie en praktische toepassing in de pilot. 
  5. Plaatsing uitbreiden naar diverse bouwprojecten voor een goede aansluiting bij bouwprocessen. 
  6. Finaliseren van het business model, inclusief de inrichting van de productieketen, afzet en strategische partnerships. 
  7. Coördinatie van het projectmanagement en de ketenregie voor succesvolle samenwerking richting opschaling.
  8. Kennisdeling en communicatie. Resultaten worden breed gedeeld binnen en buiten het project. Deze integrale aanpak zorgt voor een efficiënte ontwikkeling en marktintroductie van de innovatieve prefab wandelementen. 

Resultaat

Met dit project wordt een markt-klaar, off-the-shelf prefab bouwproduct voor binnenwanden gerealiseerd, met bijbehorend industrieel productieproces en een goed ontwikkelde keten met afzet-partners voor opgeschaalde toepassing in (woning)bouw waarbij een CO2 emissie-reductie van 88,45 kg CO2 per m2 geïnstalleerde wand, geschikt voor opgeschaalde volumes vanaf 2027. 

Partners 

WAM&VanDuren Bouwgroep
Fleurbaaij
Compostboard
BlueBlocks BV
SAM Panels
TNO
TU Delft – Green Village
Binx Smartility
RoosRos

Nieuwsbrief

* verplicht

TKI Bouw en Techniek is het Topconsortium voor Kennis en Innovatie in bouwontwerp, bouw en bouwtechniek gericht op een toekomstbestendige gebouwde omgeving.

TKI Bouw en Techniek werkt aan drie meerjarig missiegedreven innovatieprogramma’s: Circulaire bouw en infrastructuur, Levensduurverlenging gebouwen en omgeving en Klimaatadaptief, natuurinclusief en omgevingsbewust bouwen. Samen met andere TKI’s werken wij aan de doorsnijdende thema’s digitalisering, industrialisering en human capital.